zaterdag 22 november 2014

Mijn muziekinstrumentjes.

Voor het vak muziek, kregen we de opdracht om eigen muziekinstrumenten te maken.

We moesten een raspinstrument maken, twee trommels, twee paar schuurblokjes, twee fietsbellen, twee bellenkransen, vijftien paar ritmestokjes, een schellenraam en enkele hamertjes. De regenstok was geen verplichting maar zelf vond ik het een tof instrument dat ik zeker eens wou maken en uittesten.

Vol enthousiasme begon ik eraan. Het vergde wel wat concentratie en nam veel tijd in beslag. Ik had eerlijk gezegd niet durven denken dat het zoveel werk en tijd zou innemen. De opdracht zelf was natuurlijk wel heel tof om uit te voeren. Ik had het eindbeeld van mijn muziekinstrumentjes in mijn hoofd. Ik wist meteen hoe ze er zouden gaan uitzien. Het was een zeer leerrijke ervaring om mijn eigen muziekinstrumentjes te maken! Ik ben er zeer trots op.






Wat een onnodige stress!

Toen ik samen met mijn mentor mijn oefenmomenten aan het plannen was, plaatsten we op dinsdag 18 november een muzikale activiteit.

Het thema voor die week was "schoenen". Samen met mijn mentor zocht ik een gepast liedje voor de 1ste kleuterklas. We botsten op het liedje "Schoenen om te dansen" uit "Dag Jules."

Ik begon meteen aan mijn activiteitenvoorbereiding. Het was best wel spannend, omdat dit de eerste keer zou zijn dat ik een liedje aanleer aan de kleuters.

Dinsdag 18 november, eindelijk was het zo ver. Na dagen van veel oefenen en stress, mocht ik mijn activiteit uitoefenen samen met de kleuters. Ik was eerlijk gezegd wel wat zenuwachtig. 
Ik zong het liedje waarna ik dan vroeg waarover het ging. De kleuters reageerden heel spontaan waarna ik dacht; "Komaan Céline, je hoeft helemaal niet zenuwachtig te zijn."
In mijn activiteit had ik ook enkele speelleermiddelen gestopt zoals we in de muziekles hadden geleerd. Ik had schoenen op een stokje meegebracht waarmee ik de bewegingen uitbeeldde. Zo konden de kleuters de bewegingen al eens bekijken. Daarna mochten de kleuters elk twee ritmestokjes nemen. Ik zong het lied en sloeg samen met de kleuters op ritmestokjes. Ze vonden dat natuurlijk heel plezant! Als afsluiter mochten ze allemaal rechtstaan en proberen mee te zingen en te bewegen. Alle kleuters stonden heel spontaan en enthousiast recht. Ik begon het liedje te zingen en terwijl beeldde ik de bewegingen uit. Enkele kleuters konden al stukjes van het liedje meezingen maar iedereen deed de bewegingen heel flink mee!

Het was een geslaagde activiteit waar ik eerlijk gezegd geen schrik voor hoefde te hebben.



zaterdag 8 november 2014

Mijn eerste oefenmoment.


Mijn eerste oefenmoment begon met het onthaal. De kleuters plaatsten zich in een kring en ik vertelde wat er allemaal zou gaan gebeuren. De kinderen waren eventjes verwonderd dat er een andere juf voor de klas stond. Al vlug was iedereen ermee gewoon en konden we beginnen met het onthaalmoment. Ik begon samen met de kleuters aan het zingen van het goeie morgenlied.
Kijk eens hier, kijk eens daar. Klap maar in je handen.
Kijk eens hier, kijk eens daar. Zwaai nu naar elkaar.
Kijk eens hier, kijk eens daar. Stamp maar met je voeten.
Kijk eens hier, kijk eens daar. Dans nu, dans nu maar!
Om een overzicht te kunnen houden van alle aanwezigen had ik thuis een bord gemaakt met 13 kleine geplastificeerde pompoentjes. Voor ieder kind 1, waar elk hun symbooltje op stond. De kleuters kwamen tot bij mij waarna ze elk op hun beurt: “Goeiemorgen juffrouw Céline” zeiden. Ik antwoordde op mijn beurt: “Goeiemorgen ‘naam kleuter’”. Daarna gaf ik hun pompoentje en mochten ze dit aan het bord hangen. Hierna was het de beurt om het kindje van de dag te kiezen. Dit gebeurde aan de hand van een touw waar elk hun symbool aanhing, en een wasknijper die je dan gewoon vooruit schoof. Het was de beurt aan L., de jongen mocht vandaag de hele dag helpen met de juf waar hij kon. Meteen mocht hij de daglijn goed plaatsen op de dag dinsdag. Daarna mocht het kindje van de dag, de twee klaspoppen, Nelly en Cesaer wakker maken. L. zette de poppen recht waardoor ze het hele klasgebeuren konden volgen. Hierna mochten alle kinderen rechtstaan en zongen we samen het weerlied, waarna we dan allemaal naar buiten keken om het weer te bepalen.


We kijken door de ruiten, welk weer is het buiten?
Zien we de zon of zien we wolken?
Hangt er veel mist, of is er regen?
Is het erg koud, of valt er vaak sneeuw?
We kijken door de ruiten, welk weer is het buiten?


Toen vertelde ik een verhaal om mijn beeldactiviteit in te leiden. Het boek heette “De groene pompoen”. Na het verhaal stelde ik de kinderen enkele vragen waaruit ze konden leiden dat niet iedere pompoen oranje is. Ik legde de kinderen uit welke kleuren een pompoen nog kan hebben waarna de kinderen dan konden kiezen tussen 1 van deze kleuren. De beeldactiviteit hield in dat ieder kind een hoedje mocht maken waar een mooie geschilderde pompoen aanhing. Thuis maakte ik reeds een niet-geschilderd voorbeeld zonder ogen en mond. Ik toonde dit aan de kinderen en vroeg hen wat er nog tekort was om hier een gezichtje van te maken. Hierop konden de kinderen meteen antwoorden. Ik toonde hen hoe we dit er konden op kleven waarna we in groepjes van 4 konden beginnen aan de activiteit.







Taalkwesties in onze Nederlandse taal.

Hier even een blog over enkele taalkwesties in onze Nederlandse taal.


De dt-fouten. Sedert het begin van mijn schoolcarrière heb ik een zwak voor mijn vervoeging van werkwoorden. Telkens wanneer ik opstellen moest schrijven had ik altijd wel ergens een fout. Ik herlas telkens mijn opstel twee tot drie maal, maar toch bleek er altijd ergens iets verkeerd. Daarom ben ik aan het begin van het schooljaar gestart met het zoeken naar de regels voor het vervoegen van werkwoorden. Al snel vond ik via www.google.be de site http://levenslangleren.be/taal.php/werkwoorden_vervoegen_de_dt_regel de theorie voor deze regels. Ik printte deze meteen af en ging meteen over tot het lezen en herstuderen van deze regels. Wanneer ik hiermee klaar was ging ik op zoek naar oefeningen op het internet. Ik vond heel veel sites met oefeningen. Mijn oefeningen haalde ik van http://users.telenet.be/Lagere_school_Groenendaal/Werkwoorden(1).htm, http://home.scarlet.be/~rp148/exerc/n1/1_ddtt.htm en http://www.dr-lex.be/info-stuff/werkwoorden-quiz.html. Na veel oefenen op deze sites en nog vele andere begin ik nu deze regels onder de knie te krijgen. Maar het zal zeker nog veel oefening en concentratie vergen. Een geluk van het wereldwijde web dat je er zoveel op vindt!



De hoofdletters. Iedereen heeft wel ooit zo’n twijfelgeval wanneer je denkt: ”Moet ik hier nu een hoofdletter schrijven of niet?” Ook ik ondervond hier af en toe hoe erg je kan twijfelen. Via de site http://taaltelefoon.vlaanderen.be/nlapps/docs/default.asp?fid=311 ontdekte ik alle regels. Niet bij iedere regel had ik het moeilijk. Ik overlas en studeerde enkel hetgene waarbij ik het moeilijk had. Vooral bij feestdagen en samenstellingen had ik een zwak. Via deze link maakte ik alle oefeningen die mij hierbij hielpen http://www.nieuwe-spelling.oefeningen.eu/nieuwe-spelling-hoofdletters-1b.html. Zo weet ik dat je “Driekoningen” schrijft met een hoofdletter, maar “driekoningentaart” zonder!


Waar ik het ook nog lastig mee had, waren sommige leestekens. Vooral met het weten wanneer ik een komma mag plaatsen en wanneer niet. Ik dacht dat je voor het voegwoord “en” nooit een komma mocht plaatsen. Na wat opzoekwerk op http://nl.wikipedia.org/wiki/Komma bleek dat dit niet helemaal correct was. Zo bleek dat wanneer je extra informatie geeft aan je zin, na het voegwoord “en”, wel gebruik mag maken van een komma. Bv: Céline is bezig met het schrijven aan haar blog, en hoopt hierbij goede punten te halen. Maar! Wanneer “en” voorkomt in een opsomming mag dit voegwoord niet voorkomen. Bv: Frietjes, en ketchup zijn een goede combinatie!

Ook bij het schrijven van een zelfverwijzing naar een bepaalde letter of woord zat ik met een vraag. Volgens mij was het gelijk of men verwees met het apostrof teken, waar er 1 streepje te zien is (bv. het kleur ‘geel’), of het aanhalingsteken, waar er 2 streepjes te zien zijn (bv. het kleur “geel”). Zo blijkt, na eventjes zoeken op http://nl.wikipedia.org/wiki/Aanhalingsteken, dat de apostrof niet mag verward worden met het aanhalingsteken, en dat de correcte schrijfwijze dus met het aanhalingsteken is (bv. het kleur geel).

Soms heb je ook verwarringen zoals wanneer je woorden wel of niet aaneen moet schrijven. Bv. bij  alsook/als ook stelde ik me vragen. Ik ging dit opzoeken en kwam via www.google.be terecht op http://taaladvies.net/taal/advies/vraag/54. Hier vond ik meteen een antwoord op mijn vraag. Wanneer in de zin bedoeld word “en ook”, dan moet “alsook” aan elkaar worden geschreven (bv. Céline alsook Gwenn gingen gisteren naar het voetbal). Pas als het woord “als” de betekenis krijgt “indien”, word “als ook” apart geschreven (bv. als ook de juf in de klas is, mogen de kinderen binnen).