zaterdag 8 november 2014

Mijn eerste oefenmoment.


Mijn eerste oefenmoment begon met het onthaal. De kleuters plaatsten zich in een kring en ik vertelde wat er allemaal zou gaan gebeuren. De kinderen waren eventjes verwonderd dat er een andere juf voor de klas stond. Al vlug was iedereen ermee gewoon en konden we beginnen met het onthaalmoment. Ik begon samen met de kleuters aan het zingen van het goeie morgenlied.
Kijk eens hier, kijk eens daar. Klap maar in je handen.
Kijk eens hier, kijk eens daar. Zwaai nu naar elkaar.
Kijk eens hier, kijk eens daar. Stamp maar met je voeten.
Kijk eens hier, kijk eens daar. Dans nu, dans nu maar!
Om een overzicht te kunnen houden van alle aanwezigen had ik thuis een bord gemaakt met 13 kleine geplastificeerde pompoentjes. Voor ieder kind 1, waar elk hun symbooltje op stond. De kleuters kwamen tot bij mij waarna ze elk op hun beurt: “Goeiemorgen juffrouw Céline” zeiden. Ik antwoordde op mijn beurt: “Goeiemorgen ‘naam kleuter’”. Daarna gaf ik hun pompoentje en mochten ze dit aan het bord hangen. Hierna was het de beurt om het kindje van de dag te kiezen. Dit gebeurde aan de hand van een touw waar elk hun symbool aanhing, en een wasknijper die je dan gewoon vooruit schoof. Het was de beurt aan L., de jongen mocht vandaag de hele dag helpen met de juf waar hij kon. Meteen mocht hij de daglijn goed plaatsen op de dag dinsdag. Daarna mocht het kindje van de dag, de twee klaspoppen, Nelly en Cesaer wakker maken. L. zette de poppen recht waardoor ze het hele klasgebeuren konden volgen. Hierna mochten alle kinderen rechtstaan en zongen we samen het weerlied, waarna we dan allemaal naar buiten keken om het weer te bepalen.


We kijken door de ruiten, welk weer is het buiten?
Zien we de zon of zien we wolken?
Hangt er veel mist, of is er regen?
Is het erg koud, of valt er vaak sneeuw?
We kijken door de ruiten, welk weer is het buiten?


Toen vertelde ik een verhaal om mijn beeldactiviteit in te leiden. Het boek heette “De groene pompoen”. Na het verhaal stelde ik de kinderen enkele vragen waaruit ze konden leiden dat niet iedere pompoen oranje is. Ik legde de kinderen uit welke kleuren een pompoen nog kan hebben waarna de kinderen dan konden kiezen tussen 1 van deze kleuren. De beeldactiviteit hield in dat ieder kind een hoedje mocht maken waar een mooie geschilderde pompoen aanhing. Thuis maakte ik reeds een niet-geschilderd voorbeeld zonder ogen en mond. Ik toonde dit aan de kinderen en vroeg hen wat er nog tekort was om hier een gezichtje van te maken. Hierop konden de kinderen meteen antwoorden. Ik toonde hen hoe we dit er konden op kleven waarna we in groepjes van 4 konden beginnen aan de activiteit.







2 opmerkingen:

  1. Reacties
    1. Ja inderdaad, pompoenkroontjes. Ze mochten het kleur van de kroontjes zelf kiezen, en het gezicht erop kleven, wat ze natuurlijk erg plezant vonden.

      Verwijderen